Je moet gek durven denken

Je moet gek durven denken

Mark: “Als jij het onderwijs zou mogen hervormen hoe zou dit er dan uitzien?”

Eddy: “Ik kan bij heel veel verschillende sectoren aan de slag, maar daarbij val ik steeds terug op de kennis die in de sector is. Ik breng geen kennis van de sector in. Ik breng kennis in van de patronen die in de samenwerking zitten. Wat maakt dat mensen elkaar de tent uit vechten. Wat maakt dat mensen niet naar elkaar luisteren? Wat maakt dat de samenwerking stroef gaat? Die kennis breng ik in. Dat kan ik ook heel goed in het onderwijs doen, maar ik zal niet met ideeën over het onderwijs komen. Wel zal ik de mensen in het onderwijs zelf helpen om eens naar elkaar te luisteren en om eens te durven heel gek te denken.

Ik breng de veiligheid terug

Ik probeer in willekeurig welke sector de veiligheid terug te brengen zodat ze gek durven denken.

Mark: “Durven mensen dat dan niet?”

Eddy: “Als je in een professionele situatie zit dan moet je niet al te gek uit de bocht springen. Dat is niet veilig. Je moet wel serieus genomen worden. Je moet wel dingen zeggen die kunnen. Brainstormen kun je in een brainstorm sessie doen, maar er is lang niet altijd voldoende veiligheid om dingen aan de kaak te stellen. Een van de eerste zaken is voelen waar het gevaar zit. Wie voelt het gevaar? Vervolgens kunnen we gaan kijken hoe we de veiligheid terugbrengen.

Als mensen zich veilig voelen, dan laten ze het achterste van hun tong zien. Tot die tijd zullen ze dat niet doen. Als mensen zicht niet veilig voelen, dan zullen ze voor de vorm meewerken. Dan zullen ze dingen zeggen waarvan ze denken dat het acceptabel is dat ze het zeggen. Maar dat is niet de echte vernieuwing. Dat zullen ze pas zeggen als ze zich veilig voelen. Als ze zeker zijn dat ze niet uitgelachen worden. Dat is meestal mijn eerste inbreng. Hoe kunnen we de veiligheid terugbrengen.“

Ik vraag en ik luister

Mark: “Hoe doe je dat dan?”

Eddy: “Ik luister heel veel. Ik vraag, ik luister. Ik vat ook wel samen, maar ik probeer zoveel mogelijk door te vragen of ik iemand wel echt goed begrijp. Ik vraag me dan af wat het een persoon brengt als hij iets zegt.

Heel vaak krijg ik bijvoorbeeld doelen of een vragen die eigenlijk een invulling zijn. Er wordt bijvoorbeeld gezegd: “Wij vinden het belangrijk dat wij 2 groepen samenvoegen.”. Dat is niet een doel maar een middel. In deze vraag zit al een keuze ingesloten en dat beperkt.

Dan zouden ze aan mij kunnen vragen om twee klassen samen te voegen. Dat is een soort opdracht. Dat is mooi, maar wat wil je met die opdracht bereiken? Welk hoger doel dient de vraag die ik krijg?

The floor is yours

Natuurlijk kan ik gewoonweg met die opdracht aan de slag gaan, maar ik kan me ook afvragen wat het is dat men nu precies met die opdracht wil bereiken. De achterliggende vraag ontdekken.

Het zou zomaar kunnen dat je de vraag achter de vraag ook op een andere manier kan bereiken. Ik vraag dus wat iemand eigenlijk wil. Een van de eerste dingen die ik doe is doorvragen. Wanneer is iemand werkelijk tevreden?

Dan luister ik om het vertrouwen te krijgen van de ander dat ik hem begrijp. Als ik te snel zeg hoe iets opgelost zou kunnen worden, dan heb ik ze misschien niet goed begrepen. Dan heb ik niet goed geluisterd. Het gaat er eerste om dat de ander zich begrepen voelt en pas dan zullen ze naar mij luisteren. Dus ik moet eerst: ‘the floor is yours’ geven. Eerst moet ik begrijpen en daarna kan ik pas zinvol gaan bewegen.

Wordt vervolgd …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *