We denken dat we gedrag kunnen en moeten classificeren in categorieën om te kunnen zeggen ‘zo is het’
Mark: ”Waarom blijf je opleidingen volgen als je zou willen loskomen van dit keurslijf en kennis erg vergankelijk is?”
Hugo: “Ik wil achter de denkwereld van een bepaald gedachtegoed komen. Ik leer door continu te schakelen tussen denkstromingen en die te combineren. Pak psychologie, dat is puur een taalkundig verzonnen construct. Het enige fysieke dat echt bestaat is de mens. We hebben van alles bedacht om te begrijpen hoe de mens in elkaar steekt en zich op een bepaalde manier gedraagt. Het intrigerende van die gedachtewereld zijn de overtuigingen over dat gedrag. Zo denken we dat we normaal en abnormaal gedrag kunnen en moeten classificeren in categorieën. Maar waarom doen we dat? Van waaruit is dit obsessieve labelen ontstaan? En wat zijn de naargeestige gevolgen hiervan? Neem als voorbeeld de opvatting begin jaren 70 dat homofilie een stoornis was? Nu denken we anders, maar waarom eigenlijk? Antwoord op dit soort vragen geven inzicht in hoe mensen veranderen?
Ik vind dat eigenlijk een zielige manier van in het leven staan
De Psychologie is dus voor mij een verregaande vakmatige deformatie. Psychologen worden in een bepaald keurslijf geduwd met vooringenomen kijken naar de mens. Dat is observeren zonder zien om mensen in een hokje te plaatsen en op iemand wat labeltjes te plakken. Die manier van in het leven staan, wat eigenlijk ook past bij hoe ik het onderwijs zou hervormen, is het niet voor mij. Ik vind dat eigenlijk een zielige manier van in het leven staan.
Het is ongelofelijk beperkend en je loopt steeds tegen de muren van denkwerelden op
Mark: “Waarom noem je dat zielig?”
Hugo: “Omdat het ongelofelijk beperkend is. Voor iedereen. Het leidt ertoe dat velen de vermogens die ze hebben vanaf geboorte niet aanwenden. Ze gaan hun grenzen niet verleggen, want die zijn in beton gegoten. En je ziet wel, met technologie die dat mogelijk maakt, dat er ruimte komt om op veelzijdig naar de werkelijkheid te kijken. Virtual reality biedt een universum aan werkelijkheden. Maar wat mij het meest fascineert is dat je ziet dat er steeds meer kruisbestuiving komt tussen verschillende toepassingen uit voorheen gescheiden denkwerelden. Dat je een camera, die nooit bedacht is om in het lichaam te kijken, zo vernuftig in het lichaam kunt gebruiken om te opereren, dat je een borstkas niet meer hoeft open te snijden om een bypass erin te plaatsen. Kortom, Ik ben altijd aan het combineren. Helaas loop je dan wel steeds tegen de muren van verschillende denkwerelden op.”
Wordt vervolgd …